
menselijk slijm
NEUS
Voor mensen speelt de reuk een belangrijke rol. Door te ruiken kunnen we soorten voedsel herkennen. De meeste gassen, vloeistoffen en zachte materialen geven een geur af. Water is reukloos, maar je neus kan een glas thee of een kop koffie goed herkennen. De meeste voedingsmiddelen hebben honderden of soms zelfs tot duizend verschillende geurstoffen. Een tomaat bijvoorbeeld, heeft 500 verschillende geurstoffen.
Door aan voedsel te ruiken, ontdekken we of het eetbaar of bedorven is. De geur van rook kan ons voor een brand waarschuwen.
Het deel van onze neus dat kan ruiken is maar heel klein. Het is een klein vochtig plekje, bedekt met slijmvlies. Het is ongeveer zo groot als een postzegel en het zit boven in je neus. Het bevat miljoenen kleine reukcellen die alleen maar met een microscoop te zien zijn. Als er nu een geurtje in de lucht zweeft (bijvoorbeeld van soep), dan komt deze lucht ook in je neus terecht, omdat je ademhaalt. Als de geurstoffen bij dat bijzondere stukje in je neus komen, lost het geurtje op in de reukcellen. Ze geven door aan je hersenen dat er een luchtje gesignaleerd is, en dat zorgt ervoor dat jij ruikt dat er soep gekookt wordt!

Bij het eten en drinken werken het reukorgaan en het smaakorgaan vaak samen. Als je een verstopte neus hebt, "smaak" je veel minder, omdat de reuk is uitgeschakeld.

OREN
Hoe komt het
eigenlijk dat wij kunnen horen?
Omdat wij een gehoororgaan hebben. Ons
gehoororgaan bestaat uit drie delen: het binnenoor, het middenoor en het
uitwendige oor. Daarvan kennen wij het uitwendige oor natuurlijk het best: dat
is wat wij kunnen zien.
Je oren lijken op een soort trechters die geluid opvangen.
A: Uitwendig oor. Dit bestaat uit je oorschelp, de gehoorgang en het trommelvlies. Je zou het trommelvlies kunnen vergelijken met een trommelvel dat strak over de gehoorgang heen gespannen is. Het zorgt voor het opvangen van het geluid. Het geluid wordt door de oorschelp naar de gehoorgang geleid en brengt het trommelvlies in trilling. Je oorsmeer (je weet wel, dat gele spul in je oren) zorgt ervoor dat je trommelvlies soepel blijft.
B: Middenoor. Dit bestaat uit de trommelholte, waar de 3 gehoorbeentjes liggen (deze heten de hamer, het aambeeld en de stijgbeugel). Dit zijn de kleinste botjes in je hele lichaam. Deze zorgen ervoor dat de trilling versterkt wordt. Ook vervoeren zij de trilling van het trommelvlies naar je binnenoor.
C. Binnenoor. Dit zit al helemaal binnenin je schedel. Hierin zit het slakkenhuis (wat er ook echt uitziet als een slakkenhuis), waarin zintuigcellen zitten. Hier gaat het uiteindelijk allemaal om, want deze cellen zorgen ervoor dat de trillingen van de lucht veranderd worden in elektrische signaaltjes. De gehoorzenuw brengt deze signaaltjes naar je hersenen. Je hersenen weten nu dat er geluid is.
Wist je datjes...
Leuk om te weten
Je oor ook een evenwichtsorgaan is? Als je duizelig bent, dan komt dat door je evenwichtsorgaan en dat zit in je oor.
Je beter kunt horen als je je handen om je oren plaatst? (olifantenoren maken)
Het heel gevaarlijk is om een voorwerp in je oor te stoppen, omdat je dan je trommelvlies kunt beschadigen.
Mensen heel slecht horen onder water, omdat onze oren niet geschikt zijn om de trillingen onder water te horen?
Walvissen onder water juist wel goed kunnen horen?
Een merel heel goed kan horen? Hij kan een worm horen kruipen onder de grond!
Veel dieren hun oorschelpen (het uitwendige oor) kunnen bewegen, zodat ze deze in de richting van het geluid kunnen zetten?
TONG

De tong bestaat uit spierweefsel en is bekleed met een dik slijmvlies. In dit slijmvlies zit het smaakzintuig waarmee we proeven. Het smaakzintuig bestaat uit smaakpapillen, verspreid over de tong aan de voorkant, zijkant en achterkant. Hiermee kun je dus smaak proeven.
De tong proeft het voedsel. Je smaakzin en je reukzin werken samen. Je tong is bedekt met duizenden kleine smaakpapillen die de smaken van eten en drinken opnemen. We leerden al dat geuren door de reukcellen worden waargenomen. Zij sturen boodschappen over de reuk naar je hersenen. Als je dus in een appel bijt, ruikt je neus de geur en je tong proeft de smaak van de appel.
Als je verkouden bent, lijkt je eten wel zijn smaak te verliezen. Als je neus dichtzit, kun je moeilijk ruiken, zodat je je eten minder kunt proeven.
De hoofdsmaken van voedsel zijn: bitter, zout, zuur en zoet.
Bittere dingen proef je achteraan op je tong, zure in het midden en zout en zoet op het topje.
Er is nog een 5de smaak : Umami. Dat is een Japans woord en betekent hartig of heerlijk. Je proeft het overal op de tong.
Leuk om te weten!
Proeven doe je ook met je andere zintuigen. We weten al dat de smaakzin en de reukzin samenwerken. Maar ook je andere zintuigen spelen een rol bij de smaak.
Proeven met je ogen: beschimmeld voedsel ziet er vies uit. Je zal er niet zo snel van gaan proeven.
Proeven met je gevoel: Pikant eten geeft je een warm gevoel. Munt geeft je een koud gevoel. Nochtans verandert de temperatuur in je mond niet!
Proeven met je oren: het geluid van iemand die een appel eet, geeft de luisteraar meteen een indicatie van de versheid van de appel. Ook bij chips, speelt het krakende chipsgeluid een rol om de versheid van de chips in te schatten.

OGEN
Je ziet met je ogen. De gekleurde cirkel in je oog noemen we de iris. De zwarte cirkel in het midden van de iris heet de pupil. Als je 's avonds laat nog buiten bent, dan zijn jouw pupillen veel groter dan overdag. Je ogen moeten veel meer je best doen om wat licht binnen te krijgen, dus daarom worden ze groter. Overdag is er genoeg licht en kunnen jouw pupillen veel kleiner blijven.
De slijmvliezen zorgen ook voor een goede bevochtiging van het oog. De slijmvliesbekleding zit aan de binnenkant van je oogleden en aan de buitenzijde van de oogbol.
Je kunt je ogen voor de gek houden. In een verrekijker zit een lens en als je daar door heen kijkt, lijkt het net of een voorwerp veel dichterbij is. Een ander soort lens is een vergrootglas. Hiermee laat je dingen groter lijken.
Bij sommige mensen werken de ogen niet goed. Zij hebben een bril nodig, om duidelijker te kunnen zien.
Kinderen die verziend zijn hebben een bril nodig om te lezen en om dingen dichtbij te kunnen zien.
Kinderen die bijziend zijn, hebben een bril nodig om dingen ver weg te kunnen zien.
Je hersenen nemen altijd de kortste weg zodat ze snel alles kunnen registreren wat jij ziet. Maar optische illusies houden je ogen en je hersenen voor de gek, zodat je hele rare dingen ziet! In het werkboekje vind je verschillende voorbeelden hiervan.
Je wimpers en je oogleden, samen met de slijmvliezen beschermen je ogen tegen vuiltjes en stof. Onder je oogleden zitten speciale klieren die tranen maken. De tranen wassen je ogen schoon.
Er is echter
niemand die weet waarom we huilen als we verdriet hebben.