slib
Slib, ook wel bekend als modderige grond, is afzetting op de bodem van in (stromend) water aanwezige vaste deeltjes. Waar de stroomsnelheid afneemt, slaan de deeltjes als een soort klei neer op de bodem. Slib van natuurlijke oorsprong geeft meestal een vruchtbare bodem.
Slib
In een rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt het afvalwater vermengd met miljarden microscopisch kleine organismen, micro-organismen. Dit noemt men het "actief slib". Door extra lucht in het water te brengen worden de micro-organismen actief en gebruiken ze de vervuiling in het afvalwater als voedingsbron. Ze eten als het ware het afval in het water op.
Slib wordt ook wel 'de zeep van de zuiveringsinstallatie' genoemd.
Kijk naar dit filmpje dan begrijp je onderstaande tekst veel beter.
Mechanische voorzuivering
Het rioolwater dat via de collectoren de waterzuiveringsinstallatie bereikt, komt toe in een verzamelput en wordt door vijzels naar het fijnrooster gebracht. Hier wordt het grof vuil tegengehouden, bijvoorbeeld takken, papiertjes, plasticverpakkingen, ... Op installaties waar veel zand in het afvalwater zit, is na het fijnrooster nog een zandvanger voorzien.
Roosters halen allerlei grof vuil uit het water: blikjes, papiertjes, ... Op sommige installaties stroomt het afvalwater daarna nog door een vet- en zandvanger. Een vetvanger doet de vetten en oliën bovendrijven en schraapt ze van het wateroppervlak. Vaak wordt een vetvanger gebruikt in combinatie met een zandvanger, die door de trage stroming steentjes en zand doet bezinken. Tenslotte haalt een voorbezinktank nog de laatste fractie bezinkbaar materiaal uit het rioolwater.
Biologische zuivering met slib
De vervuiling in het water die na de mechanische zuivering nog overblijft, bestaat uit heel fijne of opgeloste deeltjes die vragen om een afbraak in een zuurstofrijke omgeving.
Het rioolwater wordt in een tank gemengd met miljoenen bacteriën en andere micro-organismen, die wemelen in een actieve slibmassa. In het beluchtingsbekken brengen 'ronddraaiende borstels' grote hoeveelheden zuurstof in het mengsel.
De bacteriën in het slib hebben die zuurstof immers nodig om het organisch materiaal in het rioolwater af te breken. De activiteit in een beluchtingsbekken is een nabootsing van het natuurlijke zuiveringsvermogen van een rivier of beekje. Alleen verloopt het proces hier sneller door een hogere concentratie bacteriën en zuurstof in het water.
De laatste stap in het zuiveringsproces is de nabezinking in grote ronde nabezinktanks. Door een voldoende lange verblijftijd en een rustige stroming zakt het slib naar de bodem van de tank, waar het met een bodemschraper naar een centrale put wordt geleid. Bovenaan bevindt zich het gezuiverde water dat zachtjes over de getande rand van de tank loopt.
Vooraleer het naar een nabije waterloop stroomt (zoals bij ons de Dender) passeert het eerst nog een meetinstallatie voor een laatste kwaliteitscontrole. Het slib dat in de centrale put van de nabezinktank wordt verzameld, keert grotendeels terug naar het begin van de biologische zuivering, naar de tank dus. Maar niet alle slib kan opnieuw gebruikt worden in het zuiveringsproces.
Dit overschot aan slib kan gebruikt worden ter vervanging van andere, fossiele brandstoffen. Ook in de cementindustrie bewijst gedroogd slib zijn nut. Het wordt er gebruikt als grondstof en als brandstof voor de productie van cement. Sommige delen van het slib wordt gebruikt als kunstklei.
Het zijn de bacteriën in het slib die alle restjes vervuiling 'opeten'. Zo zien ze er uit. ⇊